guusje schreef: | Geen alledaagse vraag: Hertrouwen na een eerder huwelijk doet volgens artikel 1:166BW de voorwaarden van het eerdere huwelijk herleven alsof het huwelijk niet ontbonden is geweest. De vraag is of dit uitsluitend voor het huwelijk geldt of dat ook pensioenfonds en sociale verzekeringsbank dit zien als een doorlopend huwelijk. |
Als ik het goed begrijp, volgt uit dit arrest van de Hoge Raad dat art. 1:166 BW ook gevolgen heeft voor pensioenaanspraken: HR 12 april 2003, ECLI:NL:HR:2003:AF2685
De periode tussen de twee huwelijken moet echter buiten beschouwing worden gelaten (want anders zou er een vreemde situatie ontstaan als de betrokkenen tussen de twee huwelijken in nog een ander huwelijk hadden gesloten):
HR schreef: | 3.10 De klachten die uitgaan van een andere opvatting dan hiervóór is uiteengezet, falen. Dat geldt echter, gelet op de hiervóór uiteengezette strekking van de WVP, niet voorzover de klachten betrekking hebben op de periode van de eerste echtscheiding in 1994 tot 17 februari 1997, de datum van het tweede huwelijk. In die periode waren partijen immers niet met elkaar gehuwd en was van een gezamenlijke inspanning als hiervóór bedoeld geen sprake. Evenmin kan worden gezegd dat het herleven van de gevolgen van het eerste huwelijk mede betrekking heeft op de na het einde van dat eerste huwelijk liggende periode. Bij dit laatste moet worden bedacht dat - anders overigens dan in het onderhavige geval - zich het geval kan voordoen dat in de tussenliggende periode een huwelijk heeft bestaan met een derde, die in verband daarmee evenzeer een recht op pensioenverevening aan de WVP kan ontlenen. |
|