Pandrecht na faillissement op geïnde verhalen
Selecteer berichten van
# tot #
Afdrukken

Rechtenforum.nl -> Civiel recht

#1: Pandrecht na faillissement op geïnde verhalen Auteur: Firelion94 BerichtGeplaatst: ma 19 nov 2018 19:44
    —
Hoi allemaal,

Ik ben momenteel bezig met de arresten Hamm q.q./ABN Amro en Mulder/CLBN. Het gaat om de mogelijkheid van een pandhouder om de met het pandrecht belaste vordering te innen. Art. 3:246 lid 1 stelt dat de pandgever (of na faillissement de curator) de vordering int, zolang de pandhouder geen mededeling aan de schuldenaar heeft gedaan. Nu doet zich de situatie voor dat de pandhouder (nog) geen mededeling heeft gedaan aan de schuldenaar. De schuldenaar betaalt de vordering aan de curator. Ingevolge art. 3:81 lid 2 sub a Bw gaan beperkte rechten teniet wanneer het recht waaraan het beperkte recht afgeleid is teniet gaat. En hier loop ik dus vast.

In r.o. 4.3.2 van het Hamm q.q./ABN AMro wordt het volgende gesteld:
Quote:
"betalingen die debiteuren van de verpande vorderingen eigener beweging aan de curator hebben gedaan, vallen in de faillissementsboedel, zij het dat de stille pandhouder ter zake van het ontvangene verhaal kan zoeken overeenkomstig de aan zijn pandrecht verbonden voorrang, onder de verplichting bij te dragen in de algemene faillissementskosten"

De HR geeft aan dat deze overweging overgenomen is uit Mulder/CLBN

Echter, in Mulder/CLBN lees ik in r.o. 3.3.3 het volgende:

Quote:
Door betaling van een stil verpande vordering aan degene die bevoegd is de betaling in ontvangst te nemen, gaat de vordering teniet en daarmee ook het op de vordering rustende pandrecht. Bij gebreke van een daartoe strekkende regel, kan niet worden aanvaard dat het pandrecht komt te rusten op het geïnde. Weliswaar is het een beginsel van faillissementsrecht dat door het intreden van het faillissement de rechtspositie van alle bij de boedel betrokkenen onveranderlijk wordt (HR 18 december 1987, NJ 1988, 340), doch uit dit beginsel kan, anders dan de Rechtbank heeft geoordeeld, niet worden afgeleid dat in het geval van het na faillietverklaring tenietgaan van een verpand goed van rechtswege pandrecht komt te rusten op hetgeen geacht kan worden voor het tenietgegane goed in de plaats te zijn getreden. Het op deze wijze ontstaan van pandrecht zou slechts op grond van een daartoe strekkende wettelijke bepaling kunnen worden aangenomen, doch zodanige bepaling ontbreekt voor het hier bedoelde geval


Ervanuitgaand dat er geen mededeling door de pandhouder is gedaan:
- Wanneer gaat het pandrecht van de pandhouder teniet? Na inning door de curator ex art. 3:81 lid 2 onder a Bw? (hoe zit het dan met art. 3:246 lid 5 Bw?)
- In welke gevallen gaat het pandrecht van de pandhouder over op het geïnde?
- Is er nog een verschil in de situaties dat de curator de vordering (actief) int en het geval dat de schuldenaar eigener beweging de vordering betaalt?

Ik hoop dat het een beetje begrijpelijk is. Alvast bedankt!



Rechtenforum.nl -> Civiel recht

Tijden zijn in GMT + 2 uur

Pagina 1 van 1

© 2003 - 2005 Rechtenforum.nl