|
Auteur |
Bericht |
Marknozem
Leeftijd: 37 Geslacht: Sterrenbeeld: Studieomgeving (BA): RUG
Berichten: 4
|
Geplaatst: vr 06 jun 2008 0:37 Onderwerp: Inbezitneming (art. 3:113 lid 2 BW) |
|
|
Klein vraagje met misschien een groot antwoord:
Wat wordt er precies bedoeld in dit artikel met: enkele op zichzelf staande machtsuitoefeningen?
Het lid wordt volgens mij aangehaald bij situaties waarbij houderschap volgens de houder of een eiser over gegaan zou zijn naar bezit, maar dat deze op zichzelf staande machtsuitoefeningen niet voldoende zijn om het houderschap als bezit aan te merken.
Kan iemand mij uitleg/toelichting geven hierover? Bvd. |
|
|
|
|
bona fides
Geslacht:
Studieomgeving (BA): UL Studieomgeving (MA): UL Berichten: 22893
|
Geplaatst: vr 06 jun 2008 1:07 Onderwerp: |
|
|
Als ik zonder jouw toestemming je pen gebruik om mijn handtekening te zetten, neem ik daarmee nog geen bezit van je pen.
Als ik zonder jouw toestemming een uurtje in jouw tuin ga zitten, word ik daardoor nog geen bezitter van die tuin.
Ik denk dat je aan dit soort dingen moet denken. Wat voor machtsoefeningen voldoende zijn om bezit te nemen moet geval voor geval naar verkeersopvatting worden bepaald. _________________ Hanc marginis exiguitas non caperet. |
|
|
|
|
Marknozem
Leeftijd: 37 Geslacht: Sterrenbeeld: Studieomgeving (BA): RUG
Berichten: 4
|
Geplaatst: vr 06 jun 2008 1:32 Onderwerp: |
|
|
Ik begrijp wat je bedoelt, er zal inderdaad naar verkeersopvattingen per casus geredeneerd moeten worden. In de voorbeelden die je schetst, wil degene (volgens mij) echter niet inbezitnemen. Dat is eigenlijk de strekking van mijn vraag; als een houder van een goed, dit goed in bezit wil nemen (in kwade zin) en dus de oorspronkelijke bezitter zijn/haar bezit wil laten verliezen, in hoeverre is art 3:113 lid 2 BW dan van toepassing? |
|
|
|
|
bona fides
Geslacht:
Studieomgeving (BA): UL Studieomgeving (MA): UL Berichten: 22893
|
Geplaatst: vr 06 jun 2008 1:56 Onderwerp: |
|
|
Het bestaan van die wil zal uiteindelijk objectief moeten worden vastgesteld. Art. 3:113 lid 2 BW geeft daarbij de aanwijzing dat enkele op zichzelf staande machtsuitoefeningen niet voldoende zijn om die wil om in bezit te nemen vast te stellen.
Steek ik je pen in mijn binnenzak, dan lijkt het er opeens veel meer op dat ik je pen in bezit wil nemen. Die machtsuitoefening is dan niet meer een "enkele op zichzelf staande machtsuitoefening", ook al is het een heel simpele handeling. Je kunt je afvragen of art. 3:113 lid 2 BW nou zo heel nuttig is, als je art. 3:108 BW al hebt. Op die vraag werd in de parlementaire behandeling geantwoord:
Quote: | Dit lid dient om de rechter een vrijheid te geven, die hij anders op grond van het eerste lid zou kunnen menen niet te hebben. De bedoeling is tot uitdrukking te brengen dat inbezitneming van een goed waarvan een ander reeds bezitter is, slechts kan bestaan in een zodanige machtsuitoefening, dat naar verkeersopvatting de oorspronkelijke bezitter niet meer als zodanig kan gelden. De machtsuitoefening van de inbezitnemer moet die van de oorspronkelijke bezitter teniet doen; |
_________________ Hanc marginis exiguitas non caperet. |
|
|
|
|
tikSimone
Leeftijd: 58 Geslacht: Sterrenbeeld: Studieomgeving (BA): EUR Studieomgeving (MA): EUR Berichten: 12147
|
Geplaatst: vr 06 jun 2008 20:55 Onderwerp: |
|
|
Vergeet v.w.b. die houder het interversieverbod (3:111 BW) niet. _________________ Nait soez'n, moar doun! |
|
|
|
|
|