|
Afdrukken Rechtenforum.nl -> Burgerlijk recht |
Geplaatst: do 29 dec 2016 14:52—
|
Goedemiddag,
Ten eerste wil ik even kwijt dat ik blij ben met een forum waar je vragen kan stellen en informatie kan delen over de rechtsgeleerdheid. Ik kom er pas net achter dat dit überhaupt bestaat. Nu ga ik jullie wel meteen lastigvallen met een vraag over het personenrecht. Als onderdeel van het vak Inleiding burgerlijk recht moet men namelijk ook de basis kennen van het personenrecht. De laatste weken heb ik kennis gemaakt met de begrippen erkenning, gezag en de onderhoudsplicht (Art. 1:392 e.v.). Mijn vraag spitst zich toe op de volgende situatie: Bernadette en Carel zijn geregistreerde partners en wonen samen. Bernadette heeft een kind waarvan zij als enige het gezag over heeft. Carel is niet de biologische vader van het kind. De biologische vader woont om de hoek. Nu staat er in Art. 1:394 dat de verwekker van een kind dat alleen een moeder heeft, een onderhoudsplicht jegens het kind heeft. In de bovenstaande casus berust het gezag slechts bij de moeder en dus heeft de biologische vader een onderhoudsplicht. Moet de biologische vader nog bijdragen indien Carel het kind heeft erkend? Of moet Carel dan ook het gezag hebben over het kind? Met andere woorden: Wanneer stopt de onderhoudsplicht van de biologische vader jegens zijn kind. Ik hoop dat iemand mij hiermee kan helpen 
|
Geplaatst: za 24 jun 2017 20:58—
|
Beste Meroon,
Je schrijft dat Carel - de niet-biologische vader - het kind heeft erkend. Dat maakt Carel, blijkens artikel 1:199, aanhef en onder c, BW, de (juridische) vader van het kind. Artikel 1:392, eerste lid, aanhef en onder a, BW bepaalt dat tot het verstrekken van levensonderhoud op grond van bloed- en aanverwantschap zijn gehouden de ouders. Carel is, zoals gezegd, de stiefouder (de geregistreerde partner van moeder die het kind heeft erkend) en dus is er sprake van een aanverwantschap tussen hem en het kind. Tussen de biologische vader en het kind bestaat een bloedverwantschap. De verplichting van een (in dit geval) geregistreerde partner tot het verstrekken van levensonderhoud prevaleert, zo blijkt uit artikel 1:392, derde lid, BW, boven de verplichting van iedere andere persoon (in dit geval de biologische vader). Artikel 1:395 BW bepaalt vervolgens dat een stiefouder (Carel) alleen verplicht is om gedurende zijn geregistreerd partnerschap levensonderhoud te verstrekken aan de tot zijn gezin behorende minderjarige kinderen van zijn geregistreerde partner. De biologische vader heeft in deze casus geen plicht (meer) tot bijdrage in het levensonderhoud. Hij had deze plicht conform artikel 1:394 BW, als zijnde de verwekker van het kind dat alleen een moeder had. Deze plicht is echter gestopt op het moment dat Carel het kind heeft erkend en daarmee (juridische) ouder van het kind werd. Wat betreft Carel is het al dan niet hebben van gezag (artikel 1:245 e.v. BW) niet van belang voor de vraag met betrekking tot bijdrage in het levensonderhoud. Groet, Raymond Meulendijk |
|
Rechtenforum.nl -> Burgerlijk recht
Tijden zijn in GMT + 2 uur |
|
|
© 2003 - 2005 Rechtenforum.nl